Drama

Alle leerlingen van de Oscar Carré volgen wekelijks dramalessen bij een vakleerkracht. Er wordt zoveel mogelijk verbinding gezocht met de thema’s die aan bod komen in de Da VINCI methode, waar alle groepen mee werken. Daarnaast wordt er gewerkt met thema’s die aansluiten op de leefwereld van de kinderen. Belangrijke elementen die aan bod komen in de dramales zijn samenwerken, improviseren en de veiligheid om je te uiten.  De leerlingen leren om zichzelf voor een groep te presenteren  en wat er van ze wordt verwacht als publiek.
Groep 1-2

De kleutergroepen leren zich spelenderwijs openstellen voor dramatisch spel. De nadruk ligt bij de kleutergroepen op beweging. Ze leren persoonlijke ervaringen omzetten in spelsituaties. Ze leren aan de hand van een aangeboden verhaal om zich hierdoor te laten inspireren en dit om te zetten in eenvoudige spelsituaties. Ze leren om zelf met een spel-idee te komen en om mee te gaan in het spelidee van een ander. Werkvormen die aan bod komen komen zijn: vertelpantomime, spelen met materialen, teacher in rol, tableau vivant en improvisatiespel.

 

Groep 3-4

In de groepen 3-4 worden de spelelementen wie, wat, waar onderzocht. De leerling leert situaties uit zijn directie omgeving en uit thema’s vorm te geven in dramatisch spel. De leerling leert daarbij onderscheid te maken tussen iemand anders spelen en zichzelf. De leerling leert uiterlijke kenmerken van een rol bedenken, zoals: houding, gebaar, stem, taal. De leerling wordt zich bewust van de opbouw begin, midden en eind in een spelscéne. Werkvormen die aan bod komen zijn: pantomime, materialen, teacher in role, tableau vivant, improvisatie, spiegelspel, dialoogspel en afspreekspel.

 

Groep 5-6

In de groepen 5-6 worden de spelelementen wie, wat, waar en wanneer onderzocht. De leerling leert onderwerpen en thema’s te gebruiken als inspiratiebron voor het vormgeven van dramatisch spel. De leerling leert emoties uitdrukken in spelwerkelijkheid, en betekenis geven aan het spel. De leerling leert een korte vaste tekst vormgeven en zelf een korte dialoog schrijven. Werkvormen die aan bod komen zijn: tableau vivant, afspreekspel, dialoogspel, toneelspel, tekstspel,  improvisatie en inspringspel. In het spel kan de leerling bewust gebruik maken van ruimte, decor, en attributen.

 

Groep 7-8

In de groepen 7-8 worden de spelelementen wie, wat, waar, wanneer, waarom onderzocht. De leerlingen gaan onderzoek doen naar de mogelijke betekenis van spelelementen, speltechnieken en spelstijlen die nodig zijn voor het maken van een scéne. De leerling leert een opdracht te evalueren en de ontwikkelpunten van zichzelf en een andere leerlingen te benoemen.Werkvormen die aan bod komen zijn: Tableau vivant, afspreekspel, dialoogspel, toneel en tekstspel, improvisatie en inspringspel. De leerling leert theatrale vormgeving toe te passen (decor, kostuums) in een scene of toneelstuk. In groep 8 werken leerlingen in de 2e helft van het jaar toe naar de eindmusical. Hier komt alle kennis van de kunstvakken samen.

 

Vakleerkracht drama voor de groepen  1-2 t/m 6 Marjolein Harms en voor de groepen 7 & 8 Wilma Bakker